Aardwarmte

Uit Aardwarmte of geothermie kan energie worden gewonnen door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen het aardoppervlak en diep in de aarde gelegen warmtereservoirs. Beide termen worden door elkaar gebruikt. Bij winning op grotere diepte of bij hogere temperatuur wordt eerder gesproken over geothermie. Bij ondiepe projecten en lage temperatuur zal vaker de term aardwarmte gebruikt worden. Deze aardwarmte kan ingezet worden voor de winning van energie. Vooral in vulkanische streken (IJsland) is geothermische warmte op zo’n geringe diepte aan te treffen, dat winning economisch lonend is. Ook in Nederland en België is deze techniek in opkomst, met name voor de temperatuurregeling in gebouwen en kassen.

Hoe dieper in de aarde, hoe hoger de temperatuur. In Nederland neemt de aardtemperatuur toe met gemiddeld 31˚C/km. De warmte zit in watervoerende lagen op een diepte van 1,5 tot 4 kilometer. Om deze warmte te kunnen gebruiken worden twee putten geboord: een productie- en een injectieput. Een pomp haalt het water via de productieput(ten) omhoog. De warmtewisselaar haalt de warmte uit het water en levert het door aan een distributienet, die de warmte naar de afnemers transporteert. Het gebruikte, afgekoelde water wordt via de injectieput(ten) in dezelfde watervoerende laag teruggebracht. Zo blijft de totale hoeveelheid water in deze laag gelijk. Een productieput en injectieput samen heet een doublet. Een aardwarmtedoublet kan enkele duizenden woningen (of equivalenten) voorzien van warmte.

Misschien vindt je dit ook interessant: